Ruimte in de Ondergrond (RIO) voor de aanleg van warmtenetten in Den Haag

De gemeente Den Haag zet in het kader van de energietransitie flinke stappen op het gebied van verduurzaming. Dit gebeurt onder meer door per wijk te bepalen wat de meest geschikte methode is om over te stappen van aardgas op schone energie, bijvoorbeeld via een warmtenet, all-electric of groen gas.

Of een warmtenet geschikt is voor specifieke wijken, hangt af van veel factoren. Een van die factoren is de beschikbare ruimte in de ondergrond. Stantec heeft voor de gemeente Den Haag een methode ontwikkeld om de beschikbare ruimte in de ondergrond van de gehele stad snel en eenduidig inzichtelijk te maken met behulp van een geo-informatiesysteem (GIS). Door dit in GIS uit te voeren is het resultaat snel beschikbaar, zijn aanvullende wensen makkelijk toe te voegen en is een actualisatie op basis van nieuwe datasets eenvoudig uit te voeren.

Stantec bekijkt aan de hand van de Basisregistratie Grootschalige Topografie de breedte van de openbare ruimte en trekt daar vervolgens de obstakels vanaf, zoals bestaande ondergrondse infrastructuur, een trambaan, boomkluiten, of ondergrondse afvalcontainers. Op basis van deze analyse levert het team een digitale kaart, waarop met kleuren is aangegeven of er geen, beperkt of voldoende ruimte beschikbaar is, inclusief de beperkende factor per situatie.

De gemeente krijgt inzicht in deze informatie via een gebruiksvriendelijk portaal dat eenvoudig zoomt tussen verschillende niveaus. Zo zien de betrokkenen in één oogopslag in welke wijken veel ruimte beschikbaar is of welke obstakels in een specifieke situatie tot een beperkte ruimte leiden. Elke wijk is voorzien van een overzicht met de belangrijkste karakteristieken, zoals wat de belangrijkste obstakels zijn en de verdeling tussen veel, beperkt of geen ruimte.

De gemeente Den Haag neemt bewust beslissingen voor de verduurzamingsopgave, mede op basis van de ruimte in de ondergrond. Door dit in een vroeg stadium als criterium mee te wegen, wordt voorkomen dat in het detailontwerp en de uitvoering onvoorzien hoge kosten of vertragingen optreden en daardoor de klimaatdoelen in gevaar komen.